Uitspraak van het Zweeds

Omdat zowel Zweeds als Nederlands tot de Germaanse talen behoren zijn er veel overeenkomsten te zien. Dit geldt zeker voor de woordenschat en ook een beetje voor de grammatica. Veel woorden zijn daarom vaak te herkennen voor iemand met Nederlands als moedertaal, dit geldt vooral in het schrift. Sommige woorden zijn zelfs vrijwel identiek aan het Nederlands, deze kunnen echter juist voor de uitspraak verwarrend zijn omdat ze anders worden uitgesproken. Het is daarom heel belangrijk om altijd eerst goed naar de uitspraak te luisteren om dat verschil vanaf het begin goed aan te leren. Het verschil in uitspraak tussen het Nederlands en het Zweeds zit vooral in de lengte van de klanken, en dit geldt voor zowel klinkers als medeklinkers. In het Zweeds heb je bijvoorbeeld voor alle klinkers en bijna alle medeklinkers een lange en een korte variant. In het Nederlands heb je helemaal géén lange medeklinkers en maar vier klinkers (a, e, eu, o) waar een lange en korte variant in is. En toch zijn deze lange klinkers in het Nederlands maar halflang vergeleken met de lange klinkers in het Zweeds. Dit is héél belangrijk voor de verstaanbaarheid van het Zweeds. Het tweede belangrijke verschil tussen de uitspraak van het Nederlands en het Zweeds is de melodie en intonatie. Het Zweeds heeft twee verschillende accenten terwijl het Nederlands maar een accent heeft, evenals bijvoorbeeld het Deens, Engels, Duits, Frans en Russisch. Juist in het begin is het van groot belang om de uitspraak goed aan te leren, want een eenmaal verkeerd aangeleerde uitspraak is heel lastig om weer af te leren.

Het lesmateriaal is opgedeeld in drie delen:

– Een algemene introductie over hoe je de uitspraak van de taal het best kunt leren;

– Een korte algemene beschrijving van de prosodie; de muzikale en ritmische kant van de taal;

– Het oefenmateriaal.

Hoe leer je de uitspraak